Een stem voor Stan Politis = een stem voor het VBS

15 minuten

Morgen, zaterdag 20 april 2024, is het aan de Beroepsverenigingen van het VBS om een nieuwe voorzitter aan te duiden. De voorbije weken voerde Stan Politis een inhoudelijke kiescampagne. Een stem voor Stan Politis is een stem voor sobere degelijkheid, voor ‘no nonsens’ maar ook voor optimisme.

Dienstverlening moet tastbaar zijn voor de arts-specialist. De beroepsverenigingen zijn het kenniscentrum en de aantrekkingspool voor leden. Zij voeden het VBS. Het VBS integreert, coördineert, kanaliseert en is het aanspreekpunt en de spreekbuis, maar niet het kloppend hart. Dat zijn de leden, dat bent u,  en de beroepsverenigingen samen met een performant hoofdkwartier.

Het plan van Stan omvat acht actiepunten:

  1. Werk maken van een performante ledenadministratie
  2. Orde op zaken stellen op het hoofdkwartier
  3. Het VBS als kenniscentrum uitbouwen
  4. Maandelijks overleggen met de artsensyndicaten
  5. Samen co-governance in het ziekenhuis vormgeven
  6. De extramurale geneeskunde niet uit het oog verliezen
  7. De centralisatie van zorg evidence based houden
  8. Antwoorden op ethische vraagstukken voorbereiden

Meer info op: https://hetplanvanstan.com/2024/04/02/het-plan-van-stan-actiepunten-1-2/

Dr. Marc Brosens

Campagneleider ‘Het plan van Stan’


Actiepunt nr. 1: Werk maken van een performante ledenadministratie

Het is ondenkbaar dat een ledenvereniging als het VBS professioneel kan functioneren zonder performant ledenbeheerssysteem, ook wel CRM genoemd. Een CRM is een softwarepakket dat alle interne communicatie, denk aan e-mails, nieuwsbrieven, uitnodigingen tot zelfs het innen van lidgelden, automatiseert.

Het is een systeem waarmee je in één oogopslag de evolutie van het ledenbestand kan opvolgen. Wie is in orde met zijn of haar lidgeld en wie moeten we een herinnering sturen? Met een krachtig en toegankelijk CRM-systeem kunnen het bestuur en de leden onderling veel makkelijker met elkaar communiceren, en dat verhoogt de betrokkenheid.

Tot op heden functioneert het in 2021 aangekochte Eudonet-pakket niet naar behoren. Het personeel moet zich behelpen met manueel te bewerken Excelfiles. Van een CRM-systeem mag meer verwacht worden. Deze vier functionaliteiten zijn een absolute must:

  • een vlotte toegang voor de individuele leden om bepaalde eigen gegevens te beheren;
  • een vlotte toegang voor de Beroepsverenigingen om te checken wie wel en wie niet in orde is met de lidmaatschapsbijdrage;
  • het versturen van automatische betalingsherinneringen;
  • bevraging van bestanden om te weten hoeveel leden een Beroepsvereniging heeft, hoe de leeftijdsverdeling er uit ziet en gelijksoortige informatie.

Bij gebrek aan een performant CRM-systeem moeten het VBS en de meer dan 30 Beroepsverenigingen voor een groot stuk blind navigeren. Elke individuele bewerking moet manueel ingevoerd worden. Een oplossing is mogelijk door te migreren naar een Microsoft Dynamics omgeving.

Het CRM-probleem oplossen, verhoogt de kwaliteit en efficiëntie van de dienstverlening aan de Beroepsverenigingen. Stan Politis is de enige bestuurder die wekelijks fysiek op het VBS aanwezig is en samen met de personeelsleden de behoeften op het hoofdkwartier door en door kent. Daarom staat een performante ledenadministratie hoog op de agenda van kandidaat-voorzitter Stan Politis!

  • Fan van Stan? Steun dan zijn plan!

Actiepunt nr. 2: Orde op zaken stellen op het hoofdkwartier

De meer dan 30 aangesloten Beroepsverenigingen van het VBS moeten op een vlekkeloze dienstverlening vanuit het hoofdkwartier kunnen rekenen. Het benoemen van verbeterpunten is de enige manier om draagvlak te vinden voor verandering.

Zo is de personeelsformatie op het hoofdkwartier van het VBS aan de Kroonlaan in Brussel niet voorbereid op de pensionering van directeur Fanny Vandamme, op 31 december 2024. Fanny Vandamme, de juriste die het VBS in februari 2000 kwam versterken, is in de loop van haar carrière uitgegroeid tot méér dan zomaar ‘de directeur van het VBS’. Ze is het centrale aanspreekpunt en dé spilfiguur die het hoofdkwartier draaiende houdt.

Fanny Vandamme beheert de informatiestroom en beantwoordt alle vragen. Ze delegeert opdrachten aan het personeel en superviseert alle administratie vooraleer die voorgelegd wordt aan het Bestuursorgaan. Fanny staat in voor de organisatie van vergaderingen, webinars en symposia. En als de mandaten in commissies en raden tijdig ingevuld worden, is dat ook al aan haar te danken.

Het spreekt voor zich dat Fanny een netwerk heeft uitgebouwd om u tegen te zeggen. Maar met nog zo’n acht maanden te gaan is er nog steeds geen werk gemaakt van haar opvolging. Om te vermijden dat alle knowhow en expertise verloren gaat, mag niet langer getalmd worden met het klaarstomen van een opvolger. Hoe langer dit aansleept, hoe groter de druk op een opvolger om de nodige kennis te verwerven en zich in te werken in alle structuren van het VBS.

Het personeelsbeleid is één van de kerntaken van een voorzitter.  Met zijn bestuurs- en managementervaring is Stan Politis dé geknipte persoon om orde op zaken te stellen op de headquarters.  Daarom zijn we fan van Stan!

  • Fan van Stan? Steun dan zijn plan!

Actiepunt 3: Het VBS als kenniscentrum uitbouwen

De 32 beroepsverenigingen die samen het VBS vormen, beschikken over een schatkamer van kennis over hun discipline. Als het VBS erin slaagt om de buitenwereld te overtuigen dat ze antwoorden zullen vinden bij één van de beroepsverenigingen of hun wetenschappelijke vereniging, dan zullen de beroepsverenigingen het eerste aanspreekpunt worden voor eenieder die antwoorden zoekt. De rol van het VBS is hierbij coördinerend en filterend. Vragen die een snel antwoord behoeven, moeten snel bij de juiste persoon terechtkomen.  

Vandaag wordt het VBS niet gecontacteerdals het beleid of de media toelichting wil bij gespecialiseerde medische dossiers. Neem bijvoorbeeld het actuele debat over endometriose, of andere dossiers die recent in de actualiteit waren zoals de centralisatie van hoofdhalsoncologie of de spreiding van CT-MRI-toestellen. De vraag ‘Wat is het standpunt van het VBS?’ zou een automatische reflex moeten zijn bij alle stakeholders in de gezondheidszorg.

Wat gebeurt er nu in de praktijk? Werkgroepen worden gemonopoliseerd door de overheid en nodigen experts uit die niet noodzakelijk de mening weergeven van de beroepsgroep of de wetenschappelijke vereniging van die beroepsgroep. De overheid en het KCE hebben hun eigen inner circle van experts waaruit ze putten. Waar een beroepsgroep of een wetenschappelijke vereniging de facto (inter)nationaal denkt, zullen deze experts begrijpelijkerwijze ook de belangen van hun eigen expertisecentrum mee in rekening nemen.  

Bij de concentratie voor hoofd- en halstumoren bijvoorbeeld, werden de ziekenhuizen, het KCE, de ziekenfondsen, patiëntenverenigingen en de artsensyndicaten geconsulteerd, evenals een aantal experts, individueel geselecteerd door de overheid. Het standpunt van de beroepsvereniging of de wetenschappelijke vereniging als zodanig kwam echter niet aan bod. Hier ligt een taak weggelegd voor het VBS in samenwerking met de artsensyndicaten.

Stan Politis, kandidaat-voorzitter van het VBS, steekt zijn ambitie om het VBS tot een kenniscentrum uit te bouwen niet onder stoelen of banken. In zijn masterplan benoemt hij de pijnpunten, maar hij schuift ook oplossingen naar voren.

Het  VBS moet zich online op de kaart zetten met een overzichtelijke en aantrekkelijke website waar de standpunten die de Beroepsverenigingen en hun Wetenschappelijke Verenigingen willen delen, in één klik toegankelijk worden.

Een ‘state-of-the-art’ website, met up to date info en een degelijke zoekmotor is geen luxe. Het is een absolute must. Zeker voor jonge, potentiële leden, maar ook voor andere geïnteresseerden, verloopt de eerste kennismaking met het VBS via het internet. Zonder online visitekaartje blijft het VBS onzichtbaar.

Fan van Stan? Steun dan zijn plan!


Actiepunt nr 4: Maandelijks overleggen met de artsensyndicaten

Het is een fabeltje dat het VBS en de artsensyndicaten concurrenten zouden zijn, zoals sommige bestuursleden van het VBS graag willen doen uitschijnen. Het VBS heeft als koepelorganisatie van meer dan 30 Beroepsverenigingen haar eigen doelstellingen die volkomen legitiem zijn. Maar hoewel de missie en corebusiness van het VBS verschilt van de artsensyndicaten, toch zijn er ook raakvlakken en punten van convergentie.

Waar het in essentie om draait zijn de belangen van de 35.000 artsen-specialisten in ons land. Zowel het VBS als de artsensyndicaten zijn begaan met hun toekomst. Hoe beter de samenwerking en het overleg tussen het VBS en  de artsensyndicaten, hoe groter de impact van het VBS op de organisatie van de specialistische zorg, ‘best medical practices’ en cruciale dossiers zoals ‘co-governance’, ‘ziekenhuisfinanciering’ en ‘nomenclatuur’. Het is een win-winsituatie waarin het VBS vooral ook haar eigen identiteit, doelstellingen en prioriteiten moet behouden.

En waarom zou het VBS niet zelf het initiatief nemen? Een maandelijks overleg op het hoofdkwartier van het VBS met de drie partijen (VBS, Kartel en BVAS) die op voet van gelijkwaardigheid en met een open agenda het gesprek aangaan, is geen overbodige luxe.

In tal van dossiers is de inbreng van specifieke kennis nodig. Denk maar aan zeldzame ziekten zoals multipele systeem atrofie waar de expertise van de Beroepsvereniging  Neurologie een must is. In het dossier van de cochleaire implantaten is het cruciaal dat de Beroepsverenigingen van ORL en Fysische Geneeskunde geraadpleegd worden.

Gaat het over de slokdarm-problematiek, dan is het logisch dat de Beroepsverenigingen Chirurgie en Gastro-enterologie mee aan tafel zitten. Net zoals de inbreng van de Beroepsverenigingen van Klinisch Infectiologen en Medisch Oncologen onmisbaar is in het dossier van de thuishospitalisatie.

Omgekeerd kunnen de artsensyndicaten de vragen en problemen over nomenclatuur vanuit de Beroepsverenigingen ter harte nemen in de Technisch Geneeskundige Raad en de medicomut. Ten slotte zijn ook gezamenlijke standpunten inzake programmatiecriteria en conventiecriteria noodzakelijk om nog meer impact te hebben. Dat alles in het belang van diezelfde 35.000 artsen-specialisten die we samen verdedigen.

Fan van Stan? Steun dan zijn plan!


Actiepunt nr. 5: Samen co-governance in het ziekenhuis vormgeven

Als er één dossier is waar het VBS en de artsensyndicaten elkaar aanvullen en kunnen versterken, dan is het co-governance in de ziekenhuizen. Co-governance wordt door het RIZIV, de ziekenhuizen en de artsengroeperingen beschouwd als het sluitstuk voor de hervorming van de nomenclatuur en de ziekenhuisfinanciering.

Laat ons eerst uitleggen wat we onder co-governance verstaan. Waar het voor ons niet om draait, is dat artsen en beheerders per definitie op een paritaire basis het ziekenhuis moeten besturen. Wat is het dan wel? Co-governance betekent in essentie dat artsen en beheerders samen het ziekenhuis besturen op basis van dezelfde principes van verantwoordelijkheid, accountability en transparantie over de directe én indirecte kosten.

Dat houdt in dat de artsen bereid zijn om de directe kosten die verbonden zijn aan hun medische beslissingen transparant te maken. Van artsen mag bijvoorbeeld verantwoording verwacht worden over de keuze van het materiaal in het operatiekwartier. Maar voor wat hoort wat. Co-governance impliceert dat ziekenhuisbeheerders dezelfde transparantie aan de dag leggen over de indirecte kosten die ze doorrekenen, en zeker over de indirecte kosten op medische activiteiten. 

Deze definitie van co-governance sluit naadloos aan bij de opdeling die in de huidige fase van de nomenclatuurhervorming wordt gemaakt tussen het professioneel honorarium en de werkingskosten. Dit medebeheer tot stand brengen, vergt een versterking van de medische raad en van de taken van het medisch diensthoofd.

Fan van Stan? Steun dan zijn plan!


Actiepunt nr. 6: De extramurale geneeskunde niet uit het oog verliezen

Het zwaartepunt van de medisch-specialistische praktijk ligt intramuraal. Het zou echter een vergissing zijn om de extramurale praktijk uit het oog te verliezen. Meer dan  een derde van de aangesloten VBS-leden heeft een extramurale praktijk. De consultaties, onderzoeken en behandelingen die ze buiten het ziekenhuis aanbieden, zijn voor deze collega’s even kwaliteitsvol als in het ziekenhuis. Doorgaans is de infrastructuur er beter aangepast aan de noden en behoeften van zowel patiënten als artsen.

Artsen met een zwaartepunt in de extramurale praktijk zijn in de regel minder geconventioneerd dan artsen met een overwegende ziekenhuisactiviteit. Daar is een eenvoudige reden voor: een extramurale praktijk kan vaak niet kostendekkend gerund worden. Maar de extramurale setting is wel onmisbaar om patiënten laagdrempelig te ontvangen.

De overheid is géén voorstander van extramurale geneeskunde, en dat is een understatement. Voor minister Vandenbroucke staat de extramurale praktijk gelijk aan ‘villageneeskunde’. Het laat zich raden waarom hij de extramurale praktijken het liefst zou zien verdwijnen. Voor de overheid speelt de volledige specialistische geneeskunde zich idealiter af binnen de muren van de ziekenhuizen omdat het ideaal van totale controle daar mogelijk is.

Vooralsnog houdt de extramurale praktijk stand. Dat is ook in het belang van de ziekenhuizen en de intramurale artsen-specialisten. De druk op de intramurale zorg zal alleen maar toenemen mocht de overheid er in de toekomst in slagen de extramurale geneeskunde te ‘consolideren’ door het supplementenverbod in de ambulante praktijk uit te breiden naar alle patiënten.

Overheid en ziekenhuisbeheerders schuwen de migratie van artsen naar de extramurale omgeving. Dat verklaart waarom beheerders vaak tot compromissen bereid zijn in onderhandelingen met medische raden over algemene regelingen en financiële regelingen. Deze ‘bargaining power’ vergt echter een levendige extramurale praktijk. Hoe sterker de extramurale praktijk, des te beter is de intramurale praktijk gewapend.

Fan van Stan? Steun dan zijn plan!


Actiepunt nr. 7 : Laten we de centralisatie van zorg ‘evidence based’ houden

De concentratie van complexe, gespecialiseerde zorg in referentiecentra staat hoog op de agenda. In zijn masterplan voor het VBS weegt kandidaat-voorzitter Stan Politis de voordelen van centralisatie af tegen de nadelen. Als de overheid de centralisatie van zorg aanstuurt, gebeurt dat best op een zuinige manier en steeds op basis van wetenschappelijke evidentie.

Concentratie van zorg kan op twee manieren tot stand komen: door een natuurlijke evolutie of door ingrijpen van de overheid. In het eerste geval is de centralisatie een natuurlijk proces dat voortvloeit uit de ontwikkeling van medische kennis en technologie. Een proces dat ook gepaard gaat met het ontstaan van specialisaties, subspecialisaties en hyperspecialisaties.

Ziekenhuisfusies kunnen leiden tot grotere artsenassociaties die subspecialisaties faciliteren. Ook ziekenhuisnetwerken kunnen een motivatie zijn om gespecialiseerde pathologie te concentreren, zij het dat de ziekenhuisfinanciering – die de trend naar netwerkvorming niet volgt – nog te vaak een barrière is. Door hun nauwe band met medische specialisten, overheid en allerlei kenniscentra zijn de universiteiten in dit verhaal de facto spelverdeler en regulator.

Parallel aan deze natuurlijke evolutie komt centralisatie ook steeds meer tot stand door ingrijpen van de overheid. Vaak als reactie op maatschappelijke druk van patiëntenverenigingen, ziekenfondsen of het KCE. Waar natuurlijke concentratie van zorg vooral uitgaat van de artsen zelf, richt de overheid zich bij het opleggen van centralisatie in de eerste plaats op de ziekenhuizen, die aan tal van criteria moeten voldoen, en niet zozeer op de artsen die er werken.

Uiteraard heeft de trend naar verdere specialisatie en centralisatie manifeste voordelen. Maar de overheid gaat te makkelijk voorbij aan de nadelen en de ‘collateral damage’ van opgelegde centralisatie. In de praktijk zijn de maatregelen vaak te rigide en moeilijk bij te sturen. Een wijze overheid zou die neveneffecten vooraf moeten incalculeren.

Zuinig omspringen met centralisatiemechanismen is dan ook de boodschap. Elke aanzet tot ‘overshooting’ is te mijden. Maatregelen tot centralisatie zijn uitsluitend aangewezen als ze gebaseerd zijn op wetenschappelijke evidentie. Niet alleen de artsen moeten ‘evidence based’ handelen, ook het beleid van de overheid moet van datzelfde principe uitgaan.

Fan van Stan? Steun dan zijn plan!


Actiepunt nr. 8: Antwoorden op ethische vraagstukken voorbereiden

Of we het nu willen of niet, artsen kunnen in situaties terechtkomen waar prangende keuzes onvermijdelijk worden. De keuze tussen wie wel zorg kan of mag krijgen en wie niet. De keuze tussen wie wel verder kan of mag leven en wie niet. Bij een catastrofe of tijdens een oorlog zijn dit soort keuzes nog te kaderen, maar in vredestijd is dat veel minder vanzelfsprekend.

Wat we zeker moeten vermijden, is dat dit debat alleen in de media gevoerd wordt. Daarom is het de taak van het VBS, als organisatie die artsen-specialisten van alle medische disciplines verenigt, om zich met kennis van zaken te buigen over deze morele dilemma’s. Maar we stellen vast dat het VBS op dit moment geen stem heeft in dit debat.

Als het VBS over ethische vraagstukken geconsulteerd zou worden, dan ligt er geen antwoord klaar. Er is geen standaardprocedure vastgelegd, er is geen raad van wijzen die zich met ethische dossiers bezig houdt. Ontbreekt het dan aan kennis en interesse? Geenszins. Tal van VBS-leden zetelen in ethische commissies in ziekenhuizen of andere instanties zoals het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek, de Hoge Gezondheidsraad, de Academies voor Geneeskunde of de Orde der Artsen.

Samen met ethici, juristen, gezondheidseconomen, sociologen en andere deskundigen kunnen deze collegae antwoorden voorbereiden op vragen die nu nog niet acuut zijn, maar dat binnen afzienbare tijd wél worden. Het spreekt voor zich dat het niet de bedoeling is om het werk van bijvoorbeeld de Orde der Artsen nog eens over te doen. Maar als het over specialistische geneeskunde gaat, beheerst het VBS als geen ander de context waarin dergelijke keuzes gemaakt worden.

Want laten we wel wezen, er is geen arts-specialist die in de dagelijkse praktijk niet te maken krijgt met delicate issues als kwetsbare waardigheid, zingeving, morele twijfel en empathie. Vaak komt het er op aan de juiste woorden te vinden om met een moeilijke situatie om te gaan.

In zijn masterplan ziet Stan Politis voor het VBS een belangrijke taak weggelegd. Het VBS kan de contouren aflijnen waarbinnen keuzes te verantwoorden zijn en voorafgaand advies vragen aan zusterorganisaties in het buitenland. Zo kan het VBS uitgroeien tot hét huis van vertrouwen voor maatschappelijke reflectie over ethische keuzes bij medische vraagstukken.

Fan van Stan? Steun dan zijn plan!


Dr. Marc Brosens

Campagneleider ‘Het plan van Stan’

Volg de campagne van Stan Politis op https://hetplanvanstan.com/